Afgelopen februari heb ik het genoegen gehad om een week samen op te trekken met Elzo, de enthousiaste motor achter STWC. Hij heeft me niet alleen laten zien hoe de nieuwe pompen worden aangelegd maar ook hoe hij de reeds geplaatste pompen controleert op eventuele mankementen.
Het begon een jaar geleden toen ik een week in de omgeving van Siem Reap ging fietsen. Op de tweede dag werd ik door Bobo voorgesteld aan een rijzige, grijzige, goedlachse man; ook een Nederlandse vriend van Bobo die mee zou gaan op fietstour; Elzo.
Tijdens het fietsen en de daarbij horende stops vertelde Elzo veel over zijn passies; ver weg fietsen en vooral de waterpompen. Tijdens een van die stops bij een gehucht in de jungle, waar geen water voorhanden was, hebben we zelfs heel uitgebreid gebabbeld over de stichting. Het is precies dat gehucht waar een jaar later de door mij gedoneerde pomp geplaatst is in het bijzijn van Bobo, Elzo, de dankbare bewoners en mijzelf.
Een half jaar voor de plaatsing plande ik mijn volgende trip naar Siem Reap en kwam het contact met Elzo ook weer, via e-mail, op gang. Data werden uitgewisseld en de donatie werd afgerond. De plaatsing van de pomp kon tijdens mijn verblijf gepland worden en de locatie was geen probleem, die was immers al bekend; het gehucht in de jungle.
Ik keek enorm uit naar de week in Siem Reap en de tijd tot de vertrekdatum leek wel eeuwen te duren. Medio februari liep ik eindelijk de aankomsthal van Siem Reap Airport uit; het zou een speciale week worden.
Alle zeven dagen waren prachtig, maar ik wil er twee bijzondere dagen uitpikken; ze behelzen alle facetten van het goede werk dat Elzo verricht. Dag drie begint in de winkel en werkplaats van Bobo. Ik dacht dat ik vroeg was, maar bij aankomst staat Elzo al te praten en te dollen met het personeel. Zijn witte tanden, omzoomd door z’n bruine “kop”, lachen me toe. Net als de andere dagen staat hij te popelen om op de fiets te springen en te vertrekken. “Vandaag gaat het gebeuren, we gaan jouw pomp plaatsen”. Samen met Bobo fietsen we in een dik half uur naar het gehucht in de jungle waar we vorig jaar halt hadden gehouden. Het laatste stuk leidt ons via een smal zandpad naar de 4 houten paalhuisjes alwaar de mannen van de aannemer net was begonnen met het opbouwen van de boorinstallatie.
Er was een drukte die de bewoners duidelijk niet gewend waren, de kinderen keken vol bewondering naar de werklieden en de drie mannen op de fietsen. Dan komt die brede lach van Elzo weer om de hoek kijken en het ijs is snel gebroken. Vol enthousiasme vertelt Elzo mij hoe het hele boorproces gaat verlopen en wie wat allemaal aan het doen is. Het moment dat de boorkop de grond in gaat, schieten mijn ogen bijna vol en ontstaat er toch iets van een brok in mijn keel…. een bijzonder moment, waar ik toch lang naar toe heb geleefd. De een na de andere boorbuis verdwijnt naar de diepte. Tot 24 meter diepte hebben ze geboord als er besloten wordt dat het diep genoeg is. Alle opvolgende werkzaamheden worden door Elzo aan mij uitgelegd; het invoeren van de kunststof buizen, het grind, het zand en het verwijderen van de ombuis. Elzo houdt, ondanks dat hij even met de lokale kinderen een spelletje speelt, het hele proces nauwlettend in de gaten. Rond lunchtijd is het hele boorproces inclusief leidingwerk gereed. De werklui beginnen na hun lunch aan het installeren van de pomp en het metselwerk. Tijdens deze tweede fase van de plaatsing is duidelijk te zien hoe de werklieden op elkaar ingewerkt zijn; eentje is met de voorbereidingen aan de pomp bezig, de ander is specie aan het maken en weer een ander is al een beetje aan het opruimen.
Vlotjes maar zeer gedegen wordt de pomp geplaatst en het metselwerk gerealiseerd… vaardige handen met relatief beperkt gereedschap; vaklui! Elzo nodigt mij uit om met een oude priem mijn initialen in de natte specie te krassen… weer natte ogen en effe slikken. Elzo verteld me een paar tellen later dat hij het ook elke keer weer een prachtig moment vindt als er een pomp gereed is.
Het vrachtwagentje draait in de namiddag het zandpad op en verdwijnt tussen het jungle groen. We drinken het laatste slokje bier uit ons blikje; een restantje van het rondje bier met de werklieden. Ik kijk Elzo aan en dat is genoeg. Elzo begrijpt het en zegt met alle Twentse nuchterheid: “Mooi he”.
Nadat we de nieuwe gebruikers hebben uitgelegd dat ze de pomp 2 dagen niet mogen gebruiken (de specie moet drogen) stappen we op de fiets en zetten koers over het zandpad naar Siem Reap. Twee uurtjes later op het terras van een restaurantje vertel ik Elzo hoe ik deze dag beleefd heb en wat hij toch een goed werk levert. Met recht een bijzondere dag waar ’s avonds uitgebreid op gedronken moet worden stellen we vast. Echt nachtwerk is het uiteindelijk niet geworden, want de dag erna moet er weer gewerkt worden…. in elk geval door Elzo.
Een andere bijzondere dag was dag 5. Net als dag 3 begint deze bij het vaste afspreekpunt, de winkel en werkplaats van Bobo. We willen deze dag een aantal reeds aangelegde pompen gaan bekijken en een plaats waar mogelijk een volgende pomp geplaatst gaat worden. Een speciale plaats want het wordt de plek voor pomp nummer 100; u leest het goed, pomp nummer 100. Goedgemutst en babbelend trappen we de stad uit, Elzo heeft altijd wel iets te vertellen. Het weer is ideaal; niet te warm en een lichte sluier aan bewolking hangt boven ons. We trappen lekker door en zijn al snel bij de eerste locatie aangekomen. De jonge bewoonster is verrast door ons bezoek, ze geeft haar baby net borstvoeding in haar houten huis. We zeggen op gepaste afstand hallo en gaan eerst de pomp bekijken. Hier is dus duidelijk te zien dat het water niet alleen voor het wassen en het koken wordt gebruikt. Een prachtig onderhouden moestuin, vol jonge groene gewassen, flankeert de pomp. De eigenaren maken dus optimaal gebruik van het water. Werkelijk prachtig om te zien wat het hebben van water voor een invloed heeft op zo’n mensen. Was het volgens Elzo eerst een stukje kurkdroog ongebruikt terrein, nu een plaatje van een tuin vol groeiende etenswaar. Na een vriendelijke babbel met de moeder fietsen we enkele honderden meters verder waar we de volgende pomp gaan bekijken. Ook hier zie ik dat de watervoorziening optimaal gebruikt wordt; de was hangt nog druppelend aan de lijn en de vrouw des huizes is net bezig met het schoonmaken van enkele vissen. Vrolijke gezichten kijken ons aan als we afstappen en richting de pomp lopen over een keurig verzorgd erf. Ja, dat moet ik nu ook maar meteen vertellen. De Cambodjanen zijn nog niet erg milieubewust en gooien dus hun afval naast hun huis of in de directe omgeving weg. Als zulke mensen een pomp toegewezen krijgen van Elzo, zullen ze toch eerst al die troep moeten opruimen anders gaat het hele verhaal niet door. Persoonlijk vind ik dat Elzo hiermee een extra dimensie aan het geheel meegeeft; een schone omgeving en schoon water, niet voor de ouders, maar voor de kinderen die daar opgroeien. Fantastisch. De vrouw kijkt lachend naar Elzo als die een vies gezicht trekt wanneer hij de vis ziet (hij is niet zo’n fan van visgerechten, blijkt later). Het lijkt wel z’n tweede natuur hoe de sterke rechterarm naar de hendel van de pomp reikt en deze op en neer beweegt; “hij werkt nog prima”. Een korte gekscherend opmerking naar de vriendelijke bewoners en we springen alweer op de fiets. Het zandpad eindigt bij een asfaltweg die we oversteken. Een volgend pad dient zich aan, dik mul zand maakt het trappen zwaar en na een stuk “baggeren” sturen we links een erf op. De fietsen zetten we tegen een palmboom en lopen naar een pomp die 3 dagen eerder is geplaatst.
De vrouw des huizes komt vanuit haar huisje naar ons toe gelopen. Vol trots laat ze ons zien dat ze plaggen gras rondom de pompbak heeft gelegd en deze al goed heeft besproeid met het “nieuwe” water. Het ziet er inderdaad keurig uit, net als de rest van het erf. De pomp wordt natuurlijk weer even getest, de kwaliteit van het water wordt bekeken en goedgekeurd. Elzo staat nog even te dollen met het omaatje terwijl ik enkele foto’s schiet van de pomp en de omgeving. Telkens weer is die brede lach en het grapje met de bewoners een sterk wapen van die Kerel ut Twente; mooi om dat op een afstand te bekijken. We moeten weer verder want er staat veel op de planning vandaag. We volgen het zandpad honderden meters verder het platteland op om bij de volgende locatie te komen. Hier gaan we een potentiele nieuwe locatie bekijken. Het blijkt een familie te zijn met drie zussen, dus drie huisjes. We treffen de jongste zus aan die sinds enkele dagen moeder is. In het houten huisje met golfplaten dak zit ze rustig bij haar baby. Bloedje heet onder dat dak en daarbij heeft ze nog een wollen muts op. Het lijkt ons, zwetend van het fietsen, toch wel wat overdreven zo’n muts, maar de jonge vrouw geeft aan het niet warm te hebben. Haar gezicht zegt iets anders. Tussen de drie huisjes is een open gebied waar de pomp moet komen, de 100ste pomp!! Op een afstandje bekijk ik hoe Elzo staat te wikken en te wegen: Is hier een pomp op z’n plaats? Waar zou die dan moeten komen? Hoe is de gesteldheid van de grond? Of moet ik toch iemand anders de pomp beloven? Je ziet dat deze vragen in z’n hoofd rondspelen. Hij loopt van de ene naar de andere plek. Wikken en wegen. Ja of nee? Wel of geen pomp hier plaatsen? Drie jonge gezinnen, hardwerkende mannen, baby’tjes. Het lijkt mij ook niet makkelijk en dat is het ook niet. “Wat ben ik blij dat je bij me bent en dat ik deze beslissing nu eens niet alleen hoef te maken”. Na enkele overpeinzingen besluit Elzo dat hier de 100ste pomp moet komen, hij lijkt opgelucht maar ook vermoeid. Het kost hem zichtbaar veel energie. Vooruit, het ei is gelegd, afspraken worden gemaakt en terloops wijst hij de mensen er fijntjes op dat verroeste batterijen niet op de grond horen te liggen. Hij verzamelt ze, legt ze in een bakje en verteld de bewoners dat het erg slecht is voor de kinderen. Begripvol neemt een van de bewoners het bakje in ontvangst en zet het weg, buiten het bereik van de kinderen. We laten de verheugde mensen achter ons, trappen terug naar de asfalt weg en besluiten te gaan lunchen bij een familierestaurant. Het is nog een heel eind fietsen, de temperatuur is inmiddels aanzienlijk gestegen en daarom prijzen we ons gelukkig dat we in de schaduw van een paradijselijk bladerdek kunnen trappen. Alvorens we bij ons favoriete restaurantje gaan lunchen laat Elzo me nog 4 eerder geplaatste pompen zien; een voor een keurig werkend. De ijskoude cola streelt onze droge kelen en de zoute, pittige soep smaakt voortreffelijk. Na de lunch vertel ik Elzo dat ik erg leuk zou vinden om nog even naar mijn gedoneerde pomp te gaan kijken, de specie zal immers toch wel droog zijn. Elzo ziet dit wel zitten en samen rijden we weer de asfaltweg op. De maag goed gevuld, geen dorst, volop schaduw en heerlijk temperatuurtje. De beentjes draaien makkelijk rond, het grote verzet wordt gehanteerd en we “hangen” lekker achter een tuktuk die we gebruiken als gangmaker.
We bereiken het pad richting het gehucht dan ook spoedig. Even foto’s maken, pomp proberen en dan door naar Siem Reap, dat is het plan. Echter….als we het gehucht bereiken blijkt er een feest te zijn; muziek, visjes op de “BBQ”, lege blikken bier, dansende bewoners en rondrennende kinderen. Nadat de foto’s bij de pomp gemaakt zijn, zullen en moeten we bier drinken. Geen ontkomen aan. We lopen naar de andere kant van het erf en kijken elkaar vol ongeloof aan. Op een tafel staat een accu, twee speakers en iets van een versterker; disco in de jungle.
Op een grotere tafel zitten de dames in kleermakerszit bier te drinken en de mannen hangen erom heen met blikjes bier in hun handen. Al snel blijkt er niet genoeg bier aanwezig te zijn, waarop een van de mannen op een oude scooter springt om een tiental minuten later terug te keren met een zak vol blikjes bier en een andere zak vol met ijsklontjes. Dit als verdwijnt vakkundig in een koelbox. Even later dus lauw tot licht gekoeld bier voor iedereen. Er wordt gedanst, gegeten, gerookt en gedronken; feest dus. Mijn pakje sigaretten is erg in trek en binnen now time hebben de mannen het pakje leeg gerookt. Het feest nadert z’n top; het dansen wordt intenser, het bier vloeit rijkelijker, ik rook inmiddels lokale sigaretten (niet te versmaden) en de geroosterde visjes worden vriendelijk aangeboden en evenzo vriendelijk door Elzo en mij afgewezen. Er wordt nog een lading bier gehaald terwijl wij ons af en toe lachend aankijken en ons letterlijk afvragen hoe dit gaat aflopen. Inmiddels werd er via een I-pod muziek in de installatie gepompt. Dat geeft ons de mogelijkheid om Khmer muziek te verruilen voor good old American songs. Toppunt is voor mij toch wel het moment dat Hotel
Mijn laatste dag was inmiddels aangebroken en zou ’s-morgens nog koffie gaan drinken bij hotel Tigre, waar Elzo woont (logeren kun je het niet noemen). Daar aangekomen bleek Elzo gewoon kantoor te houden op het terras; alle papieren lagen op tafel, laptop open, leesbril op zijn neus, kopje koffie en zijn eigen Blues muziek op de speakers van het terras. Hij was druk bezig de administratie op orde te brengen, lijsten met namen van donateurs, pompnummers, data etc… wat is het toch een druk baasje. Hij vertelde me, van diep uit zijn hart dat hij moe was, tegen de laatste drie weken opkeek en erg graag naar huis wilde. Maar ja, er moesten nog enkele pompen geplaatst worden waaronder die mijlpaal: pomp nummer 100. Toch weer die brede grijns. Drie uur later en na een lunch metCalifornia van The Eagles door het woud schalt. Lallend zingen de bewoners mee. “Da’s toch niet te geloven” hoor ik Elzo boven de muziek uit roepen, “prachtig”. De zon begint al behoorlijk te zakken terwijl de stemming tot een hoogtepunt is gestegen. “Als we te lang blijven moeten we zo meteen in het donker over het zandpad naar de stad fietsen” roep ik naar Elzo. “ Geen goed idee, we moeten naar eens gaan” roep Elzo al dansend op weer een klassieker. Met veel moeite komen we los van alle vriendelijkheden en stappen met een hele lichte tred op onze fietsen af. Iedereen zwaait ons uit als we het zandpad opsturen; Elzo voorop en ik erachteraan. Meerdere malen roepen we naar elkaar “ongelofelijk, wat was dit fantastisch”. Met de schemer op onze achterwielen bereiken we Siem Reap. Het is al donker als we even later de fietsen voor de Pub stallen. Even bijkomen van al dat gene wat we heden hebben meegemaakt. Op het terras genieten we van een welverdiend drankje, het was immers weer een drukke werkdag.
Moest ik toch echt richting Airport. Zijn bruine, sterke armen kwamen breed uitgespreid op me af en een sterke omhelzing volgde. Enkele woorden werden nog uitgewisseld en vervolgens liepen we ieder een andere kant op; zo hoort dat! “See you” hoorde ik hem nog roepen. “Sure” was mijn antwoord.
Op 11 kilometer hoogte vloog ik alweer richting de Westerse Wereld, een wereld waar water de gewoonste zaak van de wereld is terwijl dat in de wereld, waar ik een paar uur geleden nog was, helemaal niet zo is. Elzo had me de afgelopen week een prachtig inzicht gegeven in zijn werk voor de STWC; dat had ik nooit van mijn leven willen missen…. en ook niet de andere momenten met Elzo en de mensen die hij inmiddels allemaal kent in Siem Reap.
Elzo, van harte dank voor de gastvrijheid, de verhalen en de brede lach…… kom ik terug naar Siem Reap? Sure.
Elzo, wat een kerel!
Peter Hoens